Deze website maakt gebruik van cookies om je ervaring te verbeteren.
“Stadshoning. Dat is honing van bijen die nectar slurpen uit de talrijke bloemen die Antwerpen rijk is. Elke buurt heeft een unieke vegetatie. Elke honing proeft dan ook anders.” Gehuld in imkerpak volg ik elk gepassioneerd woord van Rik Janssens terwijl het zweet op mijn voorhoofd parelt. Niet enkel de warmte van deze bloedhete zomerdag speelt me parten, ook de spanning is navenant wanneer een van de duizenden bijen nieuwsgierig mijn been opkruipt. “Gewoon stil blijven staan,” zegt Rik. Gewoon?
Starten doen we boven in de kruidentuin van chef Seppe Nobels of liever gezegd zijn speeltuin met een verkoelende honinglimonade en enkele hapjes van ibericoham, artisjok met inktvisjes en een slaatje van biet, avocado en sinaasappel. Origineel, verfrissend en puur zoals we van Gault&Millau’s groentenchef van het jaar gewend zijn. In de tuin vind je een waaier aan culinaire kruiden en eetbare bloemen. Heerlijk voer voor ons, maar dus ook voor de bijen. Honing uit deze kasten heeft de bijnaam ‘mille fleurs’. “De duizenden bloemen uit de omgeving zorgen voor verschillende aroma’s en meer diepgang. Dat verklaart ook de gastronomische waarde van deze honing. Chef Seppe gebruikt maar al te graag deze verse honing voor zijn gerechten in Graanmarkt 13,” verklaart Rik. De 13 deelnemers van de workshop zijn ronduit nieuwsgierig. Vragen worden afgevuurd en Rik ontpopt zich in een waterval aan bijenkennis. Het begint allemaal met 3 soorten bijen: de koningin, de werkster en de dar.
De koningin wordt als eitje uitgekozen door de werksters en kan tot 5 jaar oud worden. Ze is groter en leeft langer dan de werksters dankzij haar voeding. Als larfje krijgt ze immers als enige uitsluitend koninginnenbrij te eten. Daardoor ontwikkelen de vrouwelijke geslachtsdelen zich en komt enkel bij haar de productie van eitjes op gang. Als bij ben je dus duidelijk wat je eet. 5 dagen na de geboorte gaat ze paren. Ze wordt bevrucht door maar liefst 5 tot 10 darren, of mannetjesbijen. Voor de dar is het een letterlijke ‘kleine dood’. Bij het paren verliest hij zijn geslachtsdeel en dus ook het leven. De koningin houdt het sperma bij in een zakje waarmee ze duizenden eitjes kan bevruchten. Dat komt neer op zo’n slordige 1500 (!) eitjes per dag. De werksters zijn continu op zoek naar nectar om te kunnen omzetten naar honing en worden zo’n 6 weken oud.
Niet ver boven enkele nietsvermoedende gasten die buiten dineren, staan twee kasten. Ze zien bijna zwart van de bijen. Hoewel bijen over het algemeen niet agressief zijn, beschermen we ons best met een kapruin, ofwel een imkerkap. Rik toont ons een hele donkere raat. Hier zit gesloten broed geborgen, eitjes in een popstadium. Naast de honing is er ook stuifmeel terug te vinden op de raat (opgebouwd uit was) en propolis, een natuurlijk antibioticum om alle gaatjes en kieren in het nest dicht te plakken. Dit kleverige goedje gebruiken de bijen ook als beveiligingsmiddel. Dringt een muis hun kast binnen, dan steken ze die zoveel totdat ze sterft en daarna mummificeren ze de indringer gewoon met de propolis. Een andere manier om kleinere vijanden het leven te ontnemen is ook ingenieus. Bijen kunnen hun vliegspieren loskoppelen van hun vleugels. Door ze snel te laten trillen, krijgen ze het niet alleen zelf warm, maar kunnen ze in groep andere insecten zoals hoornaars levend verschroeien.
De volgende raat is licht van kleur en bevat geen broed, maar wel honing. Rik maakt een gat en gulzig dopen we onze vingers in de donkergele zoetstof. Verse honing, voedsel van de goden. Ondertussen spotten we ook de koningin, herkenbaar aan haar felgroene bol aangebracht door Rik. Ik hou het niet uit van de hitte en waag het er toch op om mijn imkerkap af te zetten. We zijn nu heel dichtbij en kunnen nog amper praten met Rik door het gezoem. Spannend, boeiend en puur. Na ons bijenavontuur gaan we aan tafel voor zeebaars met ratatouille, artisjok en basilicumjus. Het dessert is een frambozencake met kersenijs. Sensationeel. Afsluiten doen we met een Madeleine op basis van eigen stadshoning. Beter dan in mijn stoutste herinneringen. Iedereen blijft Rik overstelpen met vragen. Mochten er geen jobs zijn, waren we allemaal ongetwijfeld gebleven tot in de vroege uurtjes. Wil je zelf ooit een bijenworkshop bijwonen? Stuur dan een e-mail naar en blijf op de hoogte. Meer info over Antwerpse stadshoning vind je op . Reserveren bij Graanmarkt 13 kan via . juli 2015