Deze website maakt gebruik van cookies om je ervaring te verbeteren.
Beschaafde burgerarchitectuur
Statige stadshotels en riante burgerwoningen, kerken die de oude architectuur heruitvinden, of exotische art nouveau-gevels die doen dromen van burgerlijke grandeur … 18 de en 19 de eeuws Antwerpen biedt een mozaïek van elegante architectuurstijlen.
De 18 de -eeuwse architectuur zet zich tegen overdadige barok af, en geeft de vormentaal van de klassieke oudheid Franse elegantie. Puur classicisme is dé chic van Antwerpen. Wie kan, past zijn huis aan. Met hun strenge symmetrie en elegante belijning zijn de gevels van , en de sublieme staaltjes van classicisme. Andere voorbeelden zijn het bisschoppelijk paleis, en de buitenverblijven van Middelheim en Sorghvliet. De Bourla-theatertempel is laat-classicistisch.
In de 19 de eeuw droomt de Antwerpenaar van de glorietijden van weleer. Dat inspireert architecten tot neo- en eclectische stijlen. Een neo-stijl is een totaalconcept: het steekt een eerdere stijl in een consequent 19 de -eeuws jasje. Voorbeelden zijn het neobarokke Hanzahuis aan de Suikerrui of de . De eclectische stijl put uit verschillende stromingen en combineert ze tot een nieuw geheel. Denk maar aan de hal van het Centraal Station, of het oude Gerechtshof en het Museum voor Schone Kunsten. Bij nieuwe stadsontwikkelingen aan het einde van de 19 de eeuw putten Antwerpse bouwmeesters vrijelijk uit beide stijlen. Zo vind je aan de Vlaamse Kaai neogevels naast een eclectisch Zuiderpershuis. Aan de Cogels Osylei viert een eclectische stijl hoogtij - naast de art nouveau die de Zurenborgwijk op de wereldcultuurkaart zetten.