Bij lokale verkiezingen geldt een belangrijke regel: wie wint, claimt nationale betekenis voor zijn winst. Wie verliest, doet net het omgekeerde. We proberen te achterhalen wat de werkelijke inzet van deze verkiezingen is.
CD&V
Voor de christendemocraten telt maar één ding: de grootste blijven. Dat is een haast existentiële kwestie voor de partij, voor wie lokale verkiezingen de allerbelangrijkste zijn. CD&V levert zo veel burgemeesters dat de nationale stabiliteit van de partij in het gedrang komt als die burgervaders plots hun sjerp zouden verliezen.
Traditioneel staat CD&V het sterkst op het platteland, en in een handvol kleinere steden zoals Roeselare. Maar deze keer is het ook uitkijken naar wat ze presteert in Antwerpen, waar vicepremier Kris Peeters al zijn politiek kapitaal inzet. Slaagt hij erin een behoorlijk resultaat te halen – en in Peeters' geval betekent dat: minstens deelnemen aan het bestuur en eigenlijk de macht van N-VA en zijn Nemesis Bart De Wever te breken – of gaat hij af.
In dat laatste geval is het bijzonder twijfelachtig of Peeters nationaal nog een rol van betekenis kan spelen.
De liberalen zijn – enigszins verrassend – de tweede partij op lokaal niveau. Zij doen het goed in een aantal steden, met Mechelen en Kortrijk op kop. Maar willen ze hun doelstelling halen – mee besturen in vier centrumsteden – zullen ze toch een tandje bij moeten steken. Bovendien is het ook van levensbelang dat de partij zijn sterke verankering in Oost-Vlaanderen kan behouden.
Bart Somers lijkt het met de vingers in de neus te gaan winnen in Mechelen. Ook Vincent Van Quickenborne maakt een goede kans zichzelf op te volgen als burgemeester: de kritiek van in het begin – toen hij Stefaan De Clerck kaltstellte – is weg, maar de christendemocratie blijft machtig in de stad in de Leie.
N-VA wil doen wat ze nationaal al deed: de grootste worden. En lukt dat niet, dan moet ze zich toch minstens vestigen als een stabiele factor in het lokale landschap. Met de nadruk op stabiel. Voor een (relatief) nieuwe partij als N-VA is het altijd wat moeilijker om vanuit het niets plots een hoop geschikte mensen te vinden voor het gemeentelijke niveau. Als er de voorbije jaren problemen waren in lokale coalities, dan waren daar toch vaak N-VA’ers bij betrokken.
Maar het allerbelangrijkste voor de nationalisten is natuurlijk Antwerpen, en het behoud van de sjerp voor Bart De Wever. De partijvoorzitter ziet zijn stad als een nationaal laboratorium en wil er de recepten uit proberen – in de strijd tegen criminaliteit of op het vlak van inburgering – die hij nationaal aanprijst.
Als De Wever zijn Antwerpse job zou verliezen kan dat enorme impact op de partij hebben.
Een interessant aspect daaraan: kan De Wever een mogelijke comeback van het Vlaams Belang in zijn stad verhinderen. De N-VA-voorzitter heeft altijd een historische rol geclaimd in het terugdringen van extreemrechts, maar hoe realistisch dat is, zal (onder meer) zondag blijken.
Voor SP.A zijn dit haast existentiële verkiezingen, en zeker voor John Crombez. Als die een aantal centrumsteden zou verliezen (Brugge, Leuven, Vilvoorde of zijn eigenste Oostende) mag hij zo goed als zeker uitkijken naar ander werk. Of het zou moeten zijn dat de partij geen opvolger vindt voor hem, dat kan ook, want er staat niet meteen een nieuwe generatie klaar en teruggrijpen naar de oudere garde lijkt evenmin een optie. (Of het zou moeten zijn dat Freya Van den Bossche nog zin heeft).
Van Groen wordt heel veel verwacht, nadat ze al een paar verkiezingen flirten met de absolute doorbraak (maar die er net niet kwam). Deze keer zijn de vooruitzichten goed, al moet daaraan toegevoegd worden dat de groenen traditioneel overpresteren in de peilingen.
Ook voor Groen gaat het op de eerste plaats over Antwerpen. Wouter Van Besien mikt er resoluut op de burgemeesterssjerp en sluit zelfs coalities uit met Bart De Wever (ook al kan er op een verkiezingsavond veel veranderen). Maar het is duidelijk dat de groenen in de Koekenstad mikken op een (min of meer) progressieve coalitie van allen tegen één. Ook Van Besien zet al zijn politiek kapitaal in: alles minder dan de sjerp zal toch een nederlaag zijn.
Het Vlaams Belang lijkt, na jarenlange problemen, aan een remonte toe, wat alles te maken heeft met de vluchtelingencrisis. In alle andere steden dan Antwerpen lijkt de partij niet echt een rol van belang te gaan spelen, maar ook in de jaren tachtig en negentig begon voor de partij alles in Antwerpen.
Voor PVDA is de inzet zowat dezelfde als voor groen, zij het op een lager niveau: slaagt de partij er eindelijk in door te breken in Vlaanderen, wat dan een opstap moet zijn om straks ook van Vlaamse kant mensen in de Kamer te krijgen? Cruciaal is (alweer) Antwerpen én Gent. Slaagt de partij er in Antwerpen in om te stijgen, en waar te besturen in een district, en trekt in Gent een PVDA-delegatie de gemeenteraad in.
(VRTNWS)