Foto: AFP
Vandaag om 12:57 | Bron: BELGA
De Tour de France kent volgend jaar 30 beklimmingen van tweede, eerste of buiten categorie, dat zijn er vier meer dan in 2018. Wat opvalt: er liggen vijf aankomsten bergop, ook twee meer dan de editie van de voorbije zomer. Drie van die aankomsten liggen boven de 2000 meter, onuitgegeven in de geschiedenis van de Ronde van Frankrijk. “Of dit een Tour voor klimmers is? Tja, de winnaar van de Tour moet altijd goed kunnen klimmen”, sprak Tourbaas Christian Prudhomme donderdag bij het traditionele ontbijt voor de parcoursonthulling in Parijs.
LEES OOK.
Geen kasseien, geen waaieretappes, amper kilometers tegen de klok, geen speciale passages over onverharde wegen. “Dit jaar zijn we niet echt op zoek gegaan naar speciale dingen”, aldus parcoursbouwer Thierry Gouvenou. “We presenteren vooral een sterk blok rond de bergen.” Terwijl de Tour de voorbije jaren al vaak eens het ongekende opzocht, is dat dus in 2019 niet het geval en biedt de Ronde van Frankrijk vooral veel klimwerk. “Let op, er zijn minder cols van buiten categorie in vergelijking met andere jaren”, wierp Prudhomme op, “maar er zijn in totaal wel meer cols te bedwingen, het is vooral de opeenvolging van die cols die het verschil kan maken.”
Ter vergelijking, komend jaar staan 30 cols van tweede, eerste of buiten categorie op het programma. In 2018 waren dat er 26, in 2017 23 en in 2016 28. Tom Dumoulin komt niet meteen aan zijn trekken met het aantal kilometers tegen de klok: 27 in de ploegentijdrit op de tweede dag, 27 individuele tijdritkilometers, over een geaccidenteerd parcours met start en aankomst in Pau in de tweede week. “Dumoulin heeft geen tijdrit nodig om een Tour te kunnen winnen”, repliceerde Thierry Gouvenou. “Hij heeft al bewezen dat hij ook sterk klimt.”
Van de 30 cols bevinden er zich zeven in de Vogezen, zes in het Centraal Massief, acht in de Pyreneeën en negen in de Alpen. In totaal wordt er vijf keer bergop gefinisht: één keer in de Vogezen, twee keer in de Pyreneeën en twee keer in de Alpen.
Drie aankomsten liggen boven de 2.000 meter: de Tourmalet in de Pyreneeën, Tignes en Val Thorens in de Alpen. “Dat zal krachten vragen”, meent Prudhomme, “bovendien is er slechts één week tussen de aankomst op de Tourmalet en de laatste bergrit naar Val Thorens. Er liggen vijf bergritten op zeven dagen (acht, er zit een rustdag tussen, red), dat zal zich laten voelen.”
In de editie van dit jaar kenden we nog twee extreem korte bergritten: 65 km en 100 km, dat is nu niet het geval. “Al gaan we wel op dat elan verder”, vindt Prudhomme. “Er zijn drie korte aankomsten van 117 km (naar de Tourmalet), van 123 km naar Tignes en 131 km naar Val Thorens. Ook dat zijn korte etappes.”
In die lvoorlaatste rit gaat het om 59,9 km klimwerk van de 131 km, de aankomst ligt op Val Thorens, een col van 33,4 km (!) aan 5,5 procent. Het is nog maar de tweede keer in de geschiedenis van de Tour dat een finish ligt op die klim. De vorige keer was in 1994.
Verder zijn er mogelijk zeven kansen voor sprinters, een aantal etappes voor aanvallers en weinig aankomsten voor pure punchers zoals Greg Van Avermaet, Michael Matthews of Peter Sagan, enkel de derde rit naar Epernay lijkt voer voor hen, al kan een zege natuurlijk ook via een aanval gezocht worden.
LEES OOK.
Met de medewerking van