Dit monument in het Stadspark staat op de wandelroute. Foto: Kioni Papadopoulos
Vandaag om 10:08 door Patrick Van de Perre
Terwijl bijna overal in het land op 11 november 1918 het wapengekletter van de ene op de andere dag stopte, bleef het in Antwerpen nog rumoerig. Pas vier dagen later, op 15 november, verlieten de Duitsers de stad. In het Vredescentrum is dinsdag een wandeling voorgesteld langs de stille getuigen van het einde van de Eerste Wereldoorlog.
De bijhorende brochure is de rode draad voor een wandeling langs zeventien plekken in Antwerpen die op de een of andere manier verwijzen naar het einde van de oorlog. En op iedere locatie staat een paneel met een korte historische verklaring van de plek of het gebouw.
(lees verder na de foto)
Wandelroute. Foto: fotocredit“Op het parcours proberen we uit te leggen hoe de Antwerpenaren de bevrijding van de stad beleefden, maar ook hoe de jaren erna waren. Want hoewel de oorlog voorbij was, bleef die nog lange tijd nazinderen in het dagelijkse leven”, legt historica Karla Vanraepenbusch uit. Zij maakte, in samenwerking met het Vredescentrum, de brochure en de panelen op het parcours.
Terwijl elders in het land al volop feest werd gevierd, bleef de sfeer in Antwerpen nog een aantal dagen gespannen. De Duitse troepen bleven in de stad zonder echt goed te weten wat van hen verwacht werd.
(lees verder na de foto)
Op de Handschoenmarkt vierden duizenden Antwerpenaren op 15 november 1918 de aftocht van de Duitsers. Foto: Kioni PapadopoulosOndertussen waren veel Antwerpenaren al aan het plunderen geslagen en braken er hier en daar gevechten uit, waarbij vooral collaborateurs het moesten ontgelden. Van ordehandhaving was in die periode nauwelijks nog sprake. “Op 15 november trok het Belgische leger via Sint-Anneke Antwerpen binnen. De soldaten namen het veer om de Schelde over te steken en trokken naar de Grote Markt. Dat was het sein voor de Duitsers om langs de andere kant van de stad te vluchten”, zegt Karla Vanraepenbusch.
Belgische driekleur
De Duitse vlag op de kathedraaltoren werd vrijwel meteen vervangen door de Belgische driekleur. En aan de voet van de kathedraal verzamelden duizenden burgers voor wat een spontaan volksfeest zou worden.
Ook de stormklok Carolus, het grootste exemplaar in de toren van de kathedraal, werd na jaren opnieuw geluid. Voor iedereen die het hoorde was dit het sein dat de oorlog echt afgelopen was.
De laatste keer dat de klok luidde, was op 4 augustus 1914, de dag dat de Duitsers de stad waren binnengevallen. Het klokgelui was toen een oproep aan jonge mannen om zich aan te sluiten bij het Belgische leger.
(lees verder na de foto)
In 1930 werd aan het Stadspark een monument voor de slachtoffers van de Eerste Wereldoorlog ingehuldigd. Foto: Kioni PapadopoulosNog steeds zijn er plekken in de stad die recht- of onrechtstreeks naar de Eerste Wereldoorlog verwijzen. Onder meer het standbeeld voor de oorlogsslachtoffers, dat in 1930 gebouwd werd op de kop van het Stadspark.
(lees verder na de foto)
Standbeeld van koning Leopold l. Foto: Kioni PapadopoulosOok het standbeeld van koning Leopold I op de Leopoldplaats speelde een rol. Hier legden burgers tijdens de oorlog bloemen neer als uiting van vaderlandsliefde. Het werd verboden door de Duitsers.
Wandelbrochure is gratis te verkrijgen in het Vredescentrum en de Stadswinkel, .
Met de medewerking van