De slechtste kamer van het woonzorgcentrum om dinsdagavond door te brengen, was die van Philomena Stuyck (87): die ligt recht boven de kapperszaal. “Door de knal ben ik uit mijn zetel gevlogen”, vertelt ze aangedaan. “Daarna begon rook mijn kamer te vullen. Ik ben beginnen te schreeuwen, ik dacht dat er een bom ontploft was. Ik ben naar buiten gegaan en heb andere bewoners gewaarschuwd. Sommigen die lagen te slapen heb ik gewekt.” Philomena ligt nu in een andere kamer, terwijl de hare wordt opgeknapt. “Dat vind ik jammer, maar ik denk dat er niets van mijn spullen kapot is. Ik hoop dat ik snel weer in mijn kamer mag.” Tot overmaat van ramp werd het mosselsouper met familie gisteren afgelast. Maar de bewoners kregen toch mosselen, zij het zonder familie. Dat kan Philomena misschien wat troosten. “Ik heb niet zo veel honger, maar ik hoop toch dat ze smaken.”