Foto: BELGA
Vandaag om 13:48 door | Bron: BELGA
Fernand Huts, de topman van Katoen Natie, kreeg 5 miljoen euro onterechte staatssteun bij de aankoop van landbouwgrond van het Gentse OCMW in Nederland. Dat pleitte de advocaat van de boeren die de koop betwisten dinsdag voor de rechtbank van eerste aanleg in Gent. “Het stuk grond werd als één geheel verkocht voor 17,5 miljoen euro, terwijl het in 2016 al 22,5 miljoen euro waard was, en bij een verkoop in percelen nog veel meer zou opgebracht hebben”, zei advocaat Nic Reynaert. Volgens het OCMW en het bedrijf van Huts dat de gronden kocht, was er “een correcte marktprijs” en was er geen sprake van staatssteun.
Huts had in 2016 via een Luxemburgse vennootschap 450 hectare Zeeuws-Vlaamse landbouwgronden gekocht van het Gentse OCMW voor 17,5 miljoen euro. Een koppel Belgische boeren verzet zich echter tegen de verkoop. De gronden zijn geregistreerd als 72 percelen en moesten daarom in verschillende loten verkocht worden, zei advocaat Reynaert eerder. “Op die manier konden de boeren niet meedingen voor de goedkope landbouwgrond. We spreken over een verkoopprijs van 39.000 euro per hectare, terwijl landbouwgrondprijzen hier en in Nederland makkelijk tussen de 80.000 en 100.000 euro bedragen.”
Volgens de eisers is er sprake van onterechte staatssteun van het OCMW aan Huts. “Het stuk grond was 20 miljoen euro waard volgens het taxatieverslag, en in 2016 was dat al 22,5 miljoen. Dat is een reële staatssteun van 5 miljoen euro bij een verkoop voor 17,5 miljoen euro”, pleitte Reynaert. “Er was ook geen belemmering om de verkoop te laten doorgaan in aparte loten. Men organiseerde de facto een verkoop waaraan enkel grootkapitaal kan deelnemen, zonder rekening te houden met de vrije markt. Welke boer heeft er 17 miljoen euro op zijn rekening staan? Ze werden opzettelijk buitenspel gezet door het OCMW.”
De landbouwgronden in Nederland genieten van een perfecte bereikbaarheid, stelde de advocaat. “Ze zijn gelegen tussen de wereldhavens van Gent, Antwerpen en Rotterdam en verbonden via een modern wegennetwerk. Veel van die gronden zijn intussen al doorverkocht en de eigenaar realiseert een enorme meerwaarde op heel korte termijn.”
Landbouwer Pieter Van Poucke en zijn partner vragen de ontbinding van de verkoop en ze worden gesteund door Raf Verbeke van de burgerbeweging Constituante. Die komt vrijwillig tussen in de zaak om de Europese boekhoudregels in vraag te stellen, maar volgens de advocaten van het OCMW heeft de man geen belang bij de zaak. Ze eisen een schadevergoeding van 5.000 euro van Verbeke en 10.000 euro schadevergoeding van de boeren.
“De boer heeft geen rechtmatig belang en heeft nooit interesse geuit om de gronden te kopen. Hij treedt op als stroman van burgerbewegingen die de verkoop bekritiseren”, zei de advocaat van het OCMW. “Het was een beleidskeuze om in één perceel te verkopen. Dat was makkelijker uit administratief oogpunt, er waren dan geen restgronden en het OCMW zou een betere prijs krijgen volgens het makelaarskantoor. Er is geen sprake van staatssteun, geen enkele fout in hoofde van het OCMW en de vordering is onontvankelijk. Er is niemand uitgesloten. Het was een transparante procedure. Enkel de prijs heeft gespeeld en het was een correcte marktprijs.” Volgens de advocaat van het bedrijf van Huts had de boer op het moment van de verkoop zelf moeten optreden.
Van Poucke kreeg het laatste woord en verklaarde dat hij wel degelijk de landbouwgrond wou kopen. “Het is een frustratie dat die grond verkocht is als belegging.” Enkele boeren- en middenveldorganisaties hielden dinsdagmorgen aan het gerechtsgebouw een solidariteitssamenkomst.
De uitspraak valt op 8 januari.
Met de medewerking van