Vandaag om 02:00 door anro
Ley Memphis (69) is in Antwerpen geboren, maar leeft al jaren in de Mexicaanse natuur. Hij zat zondagavond in de finale van La Voz... México, The Voice bij ons. Het programma werd er door miljoenen mensen gevolgd. Ley strandde op een gedeelde vijfde plaats.
“Ik heb alles gegeven dat ik in me had en het was het avontuur van mijn leven”, vertelt Ley Memphis vanuit hoofdstad Mexico City, de ochtend na de finale van La Voz... México. Hij had nooit gedacht dat hij het zo ver zou schoppen. Gisteren mocht hij als een van de beste acht zangers en zangeressen van het programma voor een tv-publiek van miljoenen optreden. “En een orkest van zo’n 35 man heeft me begeleid, dat heb ik nog nooit meegemaakt. Ik heb het lied My Way gezongen, dat past goed bij mij omdat ik altijd op mijn eigen manier geleefd heb.” Hij was uiteindelijk een van de vier die in de eerste helft van de finale afvielen, gedeeld vijfde dus. De overwinning was voor de Spaanse zangeres Cristina Ramos.
“Ik heb weinig geslapen”, zegt Ley. “Voor de show zei ik dat leeftijd maar een getal is, nu zeg ik dat ik die cijfers heb gevoeld.” Voor de finale zat hij twaalf dagen in de Mexicaanse hoofdstad voor publiciteitscampagnes en voorbereidingen. “Die stad heeft 26 miljoen inwoners, dat is toch veel te veel? Het zegt me niets. Ik wil terug naar huis. Ik wacht momenteel op een telefoontje om te horen wanneer ik kan vertrekken. Ik blijf wel bezig met muziek en hoop nog veel concerten te geven.”
Zijn thuis ligt in het Mexicaanse stadje Mazanitla, midden in de natuur. Het telt zo’n 11.500 inwoners. Zijn zoon baat er een restaurant uit, dat door de bekendheid van Ley overstelpt wordt met klanten. Ley Memphis is een artiestennaam, overigens. Hij is geboren als Louis Halé en genoot ooit bij ons bekendheid met het nummer Een Kudde Schapen. “Ik ben al 25 jaar niet meer in België geweest. De programmamakers hebben gepolst of ik eventueel een gastoptreden in The Voice in Vlaanderen wil doen. Misschien dat ik nog eens afkom, maar blijven doe ik zeker niet.”
Met de medewerking van