Vandaag om 07:00 door karin vanheusden - -
Tegen 2040 zult u in Antwerpen nog langer in de file staan. Uw snelheid zal met 13 procent verlagen, het slechtste cijfer voor België. Dit blijkt uit de nieuwe studie van het Planbureau. “We moeten naar een totale omslag in mentaliteit en mobiliteit”, zegt transporteconoom Thierry Vanelslander van Universiteit Antwerpen.
De berekeningen in de studie Vooruitzichten van de transportvraag in België tegen 2040 leren ons dat de auto met een aandeel van 80 procent het belangrijkste transportmiddel blijft. De toename van het verkeer is volgens het Planbureau te wijten aan de te verwachten bevolkingsgroei. Ook het vrachtverkeer stijgt fors. Volgens de voorspellingen zal het aantal kilometer goederenverkeer over de weg met liefst 25 procent toenemen. Die veel sterkere stijging is te verklaren door de groeiende internationale handel, de aanwezigheid van grote zeehavens en de goede internationale verbindingen in ons land.
Logistieke draaischijf
In Antwerpen zal het effect van het stijgende personen- en goederenverkeer het sterkst voelbaar zijn. Dat heeft te maken met de centrale ligging van de stad, haar rol als logistieke draaischijf en uiteraard de haven. Terwijl het verkeer in de rest van het land met 2 procent daalt, rijden we op de belangrijkste verkeersassen in Antwerpen 13 procent trager. In de berekeningen is geen rekening gehouden met de effecten van de Oosterweelverbinding.
Weinig heil van Oosterweel
Thierry Vanelslander, transporteconoom van de Universiteit Antwerpen, is niet verwonderd over de cijfers. Hij verwacht evenmin veel heil van Oosterweel. “Oosterweel is een schitterend politiek compromis, maar zal de filedruk in Antwerpen maar voor een miniem deel kunnen reduceren. Het genereert immers maar weinig extra capaciteit. Ook een bijkomende Tijsmanstunnel zal dat niet opvangen. De Liefkenshoektunnel zit nu al vol. Als we écht iets willen veranderen aan het toenemende wegverkeer, moet er een grote omslag komen in onze mentaliteit en in onze visie op mobiliteit. Een eerste belangrijke stap is het aanpakken van het systeem van bedrijfswagens en de fiscaliteit daarrond. Bedrijven delen nog altijd te kwistig bedrijfswagens met tankkaart uit. Ook wordt de burger door de fiscale aftrekbaarheid van woon-werkverkeer nog aangemoedigd om ver van zijn werk te gaan wonen. Het beleid kan en moet dat veranderen.”
Aanpak op Europese schaal
Uit de nieuwe cijfers van het Planbureau kan ook worden afgeleid dat het openbaar vervoer niet in belang toeneemt. “Behalve op openbaar vervoer moet er veel meer worden ingezet op gemeenschappelijk georganiseerd vervoer”, zegt Vanelslander nog. “Overheid en bedrijven moeten deelverkeer zoals carpooling faciliteren. Maar ook dat zal geen massale ommekeer geven en de druk van het wegverkeer voldoende wegnemen. Daarvoor is een aanpak op Europese schaal nodig. Ik denk aan een Europees systeem van kilometerheffing. Nu gebeurt dat land per land, maar het effect zou veel groter zijn als dat globaal wordt aangepakt. Initiatieven zoals het Trans Europees Transportnetwerk zijn goed, maar hebben te weinig resultaat. Zo is in 2011 de doelstelling vooropgesteld om tegen 2030 het langeafstandsverkeer voor 30 procent over het spoor te laten gaan, tegen 2050 zelfs 50 procent. Helaas staan we daar nog zeer ver van af.” In 2016 ging 17,4 procent over spoor, volgens Eurostat.
Luchtkwaliteit
Het Planbureau berekende ook de impact van het toenemende transport op de luchtkwaliteit. Bij een ongewijzigd beleid zal de directe uitstoot van broeikasgassen door het vervoer van personen en goederen tegen 2040 met 2,8 procent groter zijn dan in 2015.
Het Planbureau herinnert er nog aan dat de EU tegen 2050 een reductie van 60 procent heeft opgelegd aan de transportsector. Technologische verbeteringen en andere maatregelen zijn, gezien de verwachte stijging van het transport, niet voldoende om deze doelstelling te halen, aldus nog het Planbureau.