In deze nota wordt, na een korte situering en een analyse van het beleidskader, een analyse gegeven van het huidige aanbod aan ruimte voor industriële of logistieke ondernemingen, zowel kleine en middelgrote als grote ondernemingen, binnen het grondgebied van stad Antwerpen maar exclusief haven. Zowel de industriële en logistieke oppervlakte binnen bedrijventerreinen als deze buiten bedrijventerreinen wordt onder de loep genomen.
Voor de industriële en logistieke oppervlakte buiten bedrijventerreinen wordt een overzicht gemaakt van alle vestigingen met een industriële of logistieke activiteit op basis van de gegevens uit de Verrijkte Kruispuntbank voor Ondernemingen (VKBO). Voor de industriële en logistieke oppervlakte binnen bedrijventerreinen wordt per bedrijventerrein een ruimtebalans opgemaakt. Er wordt een overzicht gegeven van de benutte (of “in gebruik zijnde”) en de onbenutte percelen binnen de zones met hoofdbestemming industrie/logistiek. De benutte percelen worden verder onderscheiden naargelang ze bebouwd of niet-bebouwd (bijvoorbeeld in gebruik als parking) zijn.
Binnen de onbenutte percelen wordt er een onderscheid gemaakt tussen uitgegeven en niet-uitgegeven percelen. De uitgegeven onbenutte perceeloppervlakte bestaat uit terreinen die in eigendom zijn van (aangrenzende) bedrijven maar die niet ontwikkeld worden omwille van de randvoorwaarden die gelden voor het terrein, of omdat het terrein als strategische reserve fungeert. Verder wordt een overzicht gegeven van de benutte, bebouwde percelen met een zonevreemde hoofdfunctie, of met andere woorden een hoofdfunctie die niet is toegelaten volgens de bestemmingsvoorschriften. Ook wordt een overzicht gegeven van de benutte, bebouwde percelen die een leegstaand en/of verwaarloosd gebouw omvatten. Tot slot wordt aangegeven aan welke randvoorwaarden het terrein onderhevig is.