Het meisje was op 3 september 2018 rond 21 uur op weg naar huis met de fiets. Aan de Argentiniëlaan in de Antwerpse wijk Luchtbal passeerde ze een man, die haar bij de arm greep en tot stilstand bracht. “Hij liet me daarna los, maar toonde wel een mes. Hij zei dat ik mee moest komen. Toen ik vroeg waarheen, draaide hij zich om en wees hij naar een appartementsblok. Ik maakte van de gelegenheid gebruikt om er snel vandoor te gaan”, vertelde het meisje.

De beklaagde was haar nog achterna gereden, maar aan natuurgebied de Oude Landen in Ekeren moest hij de achtervolging staken. Een getuige had hem achter het meisje zien rijden en verwittigde de politie. Via de nummerplaat kon de beklaagde geïdentificeerd worden. In zijn wagen werd een mes aangetroffen. Het meisje, dat intussen ook aangifte had gedaan, herkende de beklaagde en het mes.

Volgens de dertiger berust alles op een misverstand. “Ik had vanuit mijn wagen een blinkend object op de grond zien liggen. Door mijn dwangneurose moest ik weten wat het was. Ik raapte het op en net op dat ogenblik botste dat meisje tegen me aan. Ze zag dat mes en schrok. Ik liet haar meteen gaan, maar ik wilde haar toch nog uitleggen dat ik geen slechte bedoelingen had en daarom ging ik haar achterna. Toen ik haar niet meer zag, gooide ik dat mes in een rioolput. Het mes dat in mijn wagen lag, gebruik ik om appels te schillen”, aldus de beklaagde.

Het openbaar ministerie vindt die uitleg ongeloofwaardig, te meer omdat hij zijn verhaal al meermaals gewijzigd had. De tiener blijft erbij dat er van een misverstand geen sprake kan zijn.

Vonnis op 18 maart.

Al het nieuws uit Deurne

nieuwscategorieën

Vastgoed