Imec, 's werelds toonaangevende onderzoeks- en innovatiehub op het vlak van nano-elektronica en digitale technologie, maakt vandaag de resultaten bekend van de Digimeter, het jaarlijks onderzoek in Vlaanderen naar onze relatie met media en ICT: wat hebben we, wat doen we ermee en hoe voelen we ons daarbij?
Het bleek een jaar van belangrijke paradoxen en verschuivingen. Als algemene trend lijken we met z'n allen een meer volwassen relatie aan te gaan met onze digitale realiteit.
Wat hebben we? Iedereen digitaal.
Van alle Vlamingen blijft nog maar 2% zonder 'smart device' (computer, tablet, smartphone, smart tv of smart wearable). Je kan dus veilig stellen dat iedereen de digitale revolutie heeft omarmd.
Ook waar de klassieke digitale kloof nog grotendeels bestond uit een oudere generatie die niet aangehaakt was op digitale technologie, lijkt deze nu haast helemaal verdwenen. 37% van de 65-plussers heeft tegenwoordig zelfs een smartphone én een tablet.
Wat doen we ermee? Zappen tussen schermen.
We zien een groeiend bewustzijn over een te grote afhankelijkheid van media en ICT. Het aantal Vlamingen dat zichzelf minstens één regel oplegt tegen overmatig smartphonegebruik steeg in een jaar tijd van 58% naar 76%.
Toch zet 45% van de Vlamingen de smartphone op nummer één in de lijst van meest onmisbare schermen. De televisie heeft op dat vlak zowat helemaal afgedaan, met nog maar 5% die de tv als belangrijkste scherm aanduidt. We kijken geen tv meer, maar 'ervaren video'.
En daarbij zappen we tussen schermen en kanalen. Primetime in de zetel voor tv heeft plaatsgemaakt voor "verlengde primetime", die pas eindigt met een laatste blik op onze smartphone net voordat we in bed in slaap vallen.
Zeer opvallend -en voor het eerst in jaren- is de toename in het gebruik van traditionele nieuwsmedia. Regionale en nationale tv-journaals worden weer meer bekeken, zowel op tv als online, en dit ten koste van nieuws via social media en zoekmachines. Hier liggen duidelijk kansen voor vertrouwde nieuwsbronnen om hun rol in het medialandschap te garanderen.
Hoe voelen we ons erbij? Haat-liefde regeert.
Alles bij elkaar ontstaat bij de consument een groter bewustzijn over de voor- en nadelen van nieuwe technologie. En dit vanwege drie dillema's: afhankelijkheid, betrouwbaarheid en transparantie.
We omarmen technologie, maar tegelijk willen we onze afhankelijkheid ervan inperken. We willen meer nieuws online consumeren, maar tegelijk ontstaat een wantrouwen ten aanzien van fake news. En we willen onze data wel delen, maar hekelen het gebrek aan transparantie over wat bedrijven ermee doen.
Als gevolg is 45% van de Vlamingen onbeslist over hun relatie met technologie. Met evenveel van hen eerder optimistisch als eerder pessimistisch. Hierbij valt op dat deze groepen zich grotendeels onafhankelijk vormen ten aanzien van leeftijd, maar veelal volgens kennisniveau.
Bij jongeren dreigt een nieuwe digitale kloof te ontstaan. Door de enorme snelheid waarmee nieuwe technologieën op de markt komen, geven steeds meer jongeren tussen 16 en 24 aan dat ze digitale toepassingen vermijden omdat ze er niet vertrouwd mee zijn of angst hebben om een fout te maken die ze niet kunnen rechtzetten.
Prof. Lieven De Marez, programmadirecteur en prof bij MICT, een imec onderzoeksgroep aan de UGent: "De consument duidelijker informeren over wat er op hem afkomt, lijkt dé sleutelboodschap voor wie nieuwe technologie op de markt wil brengen. Het bewustzijn rond digibesitas is de voorbije jaren bij de consumenten gegroeid en beleidsmakers hebben hiertoe bijgedragen met campagnes. Maar ook de markt zelf nam digibesitas ter harte.
Bijvoorbeeld met apps die je schermtijd monitoren. Een integrale aanpak die ook voor andere trends en dilemma's nuttig kan blijken. De consument toont een toegenomen volwassenheid ten aanzien van technologie. En verlangt van de technologie dat het zich ook volwassen gedraagt, ondermeer ook door meer transparantie en het ethisch gebruik van data en technologie."