Rosie verhuist met haar moeder naar een appartement aan de andere kant van Brussel. Ze leert er een heleboel mensen kennen: de gekke meneer Tak, de excentrieke mevrouw Hemelrijk en vooral Moussa, die in het appartement boven haar woont. Hij neemt Rosie op sleeptouw door de hele buurt. Ze klauteren zelfs helemaal tot op het dak van het appartementsgebouw. En ze gaan samen op zoek naar Rosie’s papa,