Foto: Bas Bogaerts
Vandaag om 11:39 | Bron: BELGA
Hoewel de directies en zorgleerkrachten van oordeel zijn dat leerlingen met een gemotiveerd verslag doorgaans het gemeenschappelijke curriculum kunnen volgen, zijn de leerkrachten niet positief over de gevolgen van het M-decreet voor de studieresultaten. Ze zijn niet overtuigd dat die leerlingen voldoende leerwinst boeken en stellen dat ze soms onvoldoende tijd en aandacht kunnen besteden aan de andere leerlingen. Ze kunnen zich maar beperkt vinden in de principes van het M-decreet. Dat staat in het rapport “M-decreet en de zorg in het gewoon onderwijs” van het Rekenhof, dat donderdag is bekendgemaakt. Het Rekenhof controleert onafhankelijk de overheid.
Met het M-decreet beoogde de Vlaamse overheid meer inclusie van leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften in het gewoon onderwijs. Elke gewone school moest daarom een doorgedreven zorgbeleid voeren en aanpassingen doen voor leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften. Het Centrum voor Leerlingenbegeleiding (CLB) kan zo nodig een (gemotiveerd) verslag opstellen waarmee de school ondersteuning krijgt vanuit het buitengewoon onderwijs.
Het Rekenhof beoordeelt het algemene zorgbeleid van de bevraagde scholen als positief: veel scholen nemen maatregelen inzake leerlingenopvolging, brede basiszorg, gedifferentieerd werken en omgaan met leerproblemen. Scholen beschikken over een zorgteam om het zorgbeleid toe te passen en gaan bewust om met zittenblijven. Ook de leerkrachten en ouders ervaren het zorgbeleid in het algemeen als positief.
Maar uit het onderzoek komen ook aandachtspunten naar voren: onvoldoende draagvlak voor de zorgvisie kan leiden tot een te leerkrachtafhankelijke brede basiszorg, de continuïteit van de zorg kan soms beter en ook de inzetbaarheid en expertise van de zorgteams is niet altijd optimaal. Scholen meldden ook dat ze het soms moeilijk hebben met leerlingen met gedragsproblemen.
De scholen zijn vrij tevreden over de ondersteuning door de CLB’s en de ondersteuningsnetwerken die de overheid heeft ingevoerd voor ondersteuning vanuit het buitengewoon onderwijs. Wat de ondersteuningsnetwerken betreft, waren de scholen tevreden over de meerwaarde voor leerlingen en leerkrachten en de flexibele ondersteuning. Ze ondervonden echter soms een nog zoekende werking, een deskundigheid in ontwikkeling en onvoldoende uren ondersteuning.
Het Rekenhof bevroeg ook de CLB’s en de ondersteuningsnetwerken. Die vonden dat niet alle scholen al even ver staan in hun zorgbeleid, onder meer omdat het voor de scholen niet duidelijk is wat van hen juist verwacht wordt. De ondersteuningsnetwerken vonden dat sommige CLB’s niet streng genoeg zijn voor scholen die hun zorg onvoldoende uitbouwen.
Met de medewerking van