De stad beschikt over een uitgekiend evacuatieplan voor de Sint-Romboutstoren. Foto: Sven Van Haezendonck
Vandaag om 16:06 door Sven Van Haezendonck
Sinds de brand in augustus 1972 bleef Sint-Rombouts gespaard van brand. “Een brand in de toren zou de Mechelaars enorm raken in het hart. Het zou ook een ongelofelijke tegenslag zijn voor het toerisme. De toren is het uithangbord van onze stad. Op jaarbasis zouden we 42.000 bezoekers moeten teleurstellen, wat een inkomstenverlies van 210.000 euro zou betekenen”, zegt Björn Siffer (Vld-Groen-m+).
Bewakingsbedrijf
Een week na de brand in Parijs heeft hij met de bevoegde diensten heel de evacuatieprocedure nog eens overlopen. In de 97 meter hoge toren hangen op strategische plaatsen in totaal 105 rookmelders. Als er tijdens de sluitingsuren brand uitbreekt, wordt automatisch een bewakingsbedrijf verwittigd. Dat belt in eerste instantie naar de torenwachter en vervolgens naar de onthaalverantwoordelijke van de stad om een eerst inschatting te maken.
“Van zodra er een effectieve brandmelding komt van één of meerdere brandmelders laten zijn meteen de brandweer komen”, stelt Siffer. Als er overdag brand uitbreekt, bekijkt de baliemedewerker de camerabeelden en verwittigt hij of zij meteen de brandweer. Nadien start de evacuatie. In vijf talen wordt een boodschap afgespeeld die bezoekers oproept om de toren te verlaten. Bezoekers worden verzameld op het Cultuurplein, waar ook een telling gebeurt.
Evacuatieoefening
“Uit ervaring weten we dat de brandweer binnen de vijf minuten ter plaatse kan zijn. De brandweer heeft zelf een sleutel van het gebouw en organiseert meermaals per jaar een evacuatieoefening in de toren”, vertelt Björn Siffer. Torenwachter Nick Vanhaute test maandelijks ook de pompen van de blusinstallatie. Het duurt minder dan een minuut om druk op het water te hebben. Omdat de toren ook het belfort is, valt hij mee onder het beheer van de stad. Daarom is hij mee opgenomen in de patrimoniumpolis bij Ethias en bedraagt de verzekerde waarde van het gebouw en de inboedel meer dan 50 miljoen euro.
Toch acht de stad een zware brand zoals in Parijs weinig waarschijnlijk. “In de Notre Dame gaat het over een 19de-eeuwse dakconstructie met klassiek hout. Dat is niet het geval bij onze kathedraal en toren. De constructie bij ons is middeleeuws met zware eiken balken. Die vatten heel moeilijk vuur en ze blijven langer intact als dat toch gebeurt”, legt de schepen uit. Als sinds de jaren vijftig van vorige eeuw is de kathedraal ook uitgerust met compartimenten. Ze zijn van elkaar gescheiden met bouwstenen en brandwerende deuren.
Met de medewerking van