Tijdens de Pano-reportage (mei 2017) over mensonwaardige excessen van uitzendarbeid bij DHL, kon iedereen zien hoe het er in de praktijk aan toe gaat. Helaas was dit voor het ACV niet verrassend.
Vijf jaar eerder, publiceerden KAJ en ACV samen het zwartboek over uitzendarbeid ('Is dit nu de moderne arbeidsmarkt': ).
Dit zwartboek werd toen door de uitzendsector afgewimpeld, als zwaar overroepen. De Pano-reportage en de klachten die ons dagelijks bereiken tonen ons de realiteit van uitzendkrachten, zoals die ook in het zwartboek werd beschreven.
Verrassend echter, is wel dat we twee jaar later nauwelijks verbetering zien op het terrein. Tal van bedrijven in Vlaanderen neemt het nog altijd niet zo nauw met de regels rond uitzendarbeid. Dat het anders kan, bewijst het resultaat bij DHL waar vakbonden en werkgever tot een nieuwe aanpak rond uitzendarbeid kwamen.
Theorie versus praktijk
In theorie is de uitzendkracht beschermd door artikel 10 van de Wet van 1987 betreffende uitzendarbeid: «Het loon van de uitzendkracht mag niet lager zijn dan dat waarop hij recht zou hebben gehad, indien hij onder dezelfde voorwaarden als vaste werknemer door de gebruiker was in dienst genomen.»
In de praktijk stellen we vast dat het er heel anders aan toegaat. Volgens een enquête zijn lonen gemiddeld 22% lager dan de lonen van vaste werknemers.
Vele ondernemingen die uitzendkrachten inzetten kennen niet dezelfde extralegale voordelen toe. Premies of overloon die aan vaste werknemers worden toegekend, worden uitzendkrachten geweigerd.
De anciënniteit wordt niet altijd erkend wat gevolgen heeft voor loopbaan en pensioen. De lijst van misbruiken is lang en er komen voortdurend nog nieuwe situaties bij.
Het is geen toeval dat uitzendarbeid toeneemt: voor bepaalde werkgevers met weinig scrupules en hoewel ze het agentschap moeten betalen blijft de uitzendkracht een voordelige oplossing, ook uit financieel oogpunt.
Werkgevers zullen er alles aan doen, om de kosten zo laag mogelijk te houden. Aangezien de voordelen verschillen van het ene paritair comité tot het andere, van de ene onderneming tot de andere ligt het voor de uitzendkracht niet voor de hand om er klaarheid in te zien en om zijn rechten te doen gelden.
In Frankrijk hebben uitzendkrachten op het einde van elke opdracht recht op een 'onzekerheidspremie' ('prime de précarité'), wat duidelijk aantoont dat uitzendwerk een onzeker statuut is dat zo min mogelijk dient gebruikt te worden en dat beter moet.
Tijd voor verandering
Uitzendkrachten blijven één van de meest precaire werknemersgroepen in ons land. (42% van de uitzendkrachten is jonger dan 25 jaar). Zowel het gebrek aan werkzekerheid, de wisselvalligheid van statuut en de moeilijk verdedigbare rechten maken dat vele 'dagcontracters' letterlijk van dag op dag leven gedurende een aanzienlijk deel van hun beroepsleven.
Symbolisch lanceren we dan ook de '31 dagen' of een maand aandacht voor de interimmers. De uitzendkracht staat alleen en is een makkelijke prooi voor de werkgevers. Daarom zal het ACV er alles blijven aan doen zodat uitzendkrachten een correct loon krijgen!
Voor het ACV moet uitzendwerk een uitzondering blijven en is het een tijdelijk middel om zich aan een uitzonderlijke situatie aan te passen. We zeggen als ACV dan ook duidelijk: een vast contract van onbepaalde duur moet de norm zijn.
Praktisch
Met deze 31 dagen campagne willen we dan ook alle uitzendkrachten een hart onder de riem steken, met onze twix acties in de provincie krijgt iedereen alvast twee gelijke delen, en informeren we de uitzendkrachten over hun rechten.
Nationaal lanceerden we ook onze affiches "Je ouders hebben elke dag seks" en "Olifanten kunnen niet springen!"
Waar en wanneer?
Verschillende interimacties tijdens de '31 dagen van de interimmers': 15 mei-15 juni 2019