Een vertrekpunt, een eindpunt, een standpunt.
Maarten Van Acker Foto: Joris Herregods
Vandaag om 10:30 door Maarten Van Acker
Maarten Van Acker (40) is professor Stedenbouw aan de Universiteit Antwerpen. Samen met zijn gezin woont hij in het centrum van de stad, vlakbij het Theaterplein. Via de Onderzoeksgroep voor StadsOntwikkeling zet hij zich in voor kwalitatieve stadsvernieuwing en betere infrastructuurprojecten. Voor Gazet van Antwerpen is hij een van onze vier columnisten mobiliteit.
Ongeveer een derde van alle vrachtverkeer dat op de Ring dendert en door de Antwerpse straten dokkert, zeult bouwmateriaal met zich mee. Vrachtwagens voeren nieuwe bouwmaterialen af en aan, tussen producenten, werven en verkopers, maar ook afbraakmateriaal en bouwafval brengt heel wat vrachtverkeer op de weg. Een kwart van deze vrachtwagens wordt geschat leeg rond te rijden en de overige zouden slechts voor 57 procent geladen zijn. Als een gevolg van de files in en om Antwerpen, zijn er bovendien steeds meer vrachtwagens nodig om dezelfde hoeveelheid bouwmaterialen te vervoeren. Een truck die dertig jaar geleden tien leveringen per dag afwerkte, doet er vandaag door de files nog maar acht.
Die stroom aan vrachtwagens met bouwmateriaal zal niet meteen afnemen. Er staan immers heel wat grootschalige bouwprojecten op til. Denk maar aan de overkapping van de Ring, de heraanleg van de Scheldekaaien, Nieuw Zuid, Eilandje fase II, … Maar misschien vormt deze grote bouwwerf ook een kans? Wat als we de bouwketen herdenken en, in plaats van alles af- en aan te voeren van heinde en ver, een deel het bouwafval van de stad zouden inzetten in de stad zelf? In Antwerpen zal de komende decennia immers een groot volume aan bouwmaterialen vrijkomen. De strengere milieu- en isolatienormen zullen steeds meer afbraakwerken uitlokken en bovendien neemt de gemiddelde levensduur van gebouwen helaas steeds meer af.
Doorheen haar geschiedenis wist Antwerpen steeds creatief om te gaan met haar sloopafval. In de 16de eeuw konden de Sinjoren hun bouwafval aan de stad schenken, die het dankbaar inzette voor de ophoging van straten of voor het bouwrijp maken van gronden, bijvoorbeeld op het huidige Eilandje. Zelfs de vloer van de kathedraal werd opgehoogd met het puin van afgebroken huizen. Ook bij de bouw van de stadsomwallingen konden de Antwerpenaren heel wat bouwafval kwijt. De cirkel was helemaal rond in de 19de eeuw, toen de Antwerpenaren stukken van de Brialmontomwalling konden opkopen als bouwmateriaal.
Vandaag wordt in Antwerpen ook al geëxperimenteerd met slimme bouwlogistiek. Zo wordt voor de aanleg van de Scheldekaaien bijvoorbeeld, een drijvende betoncentrale ingezet, de BONTON, waarmee naar verluidt meer dan 8.000 vrachtwagenritten worden vermeden. Met Blue Gate in het zuiden en het Asiadok in het noorden hoopt de stad in de toekomst nog meer stadslogistiek via het water te kunnen organiseren. Met een distributieplan voor de hele stad, zou Antwerpen nog meer kunnen pionieren. Niet alleen zou Antwerpen de eerste stad in Vlaanderen zijn met dergelijk plan, door het beter bundelen van de bouwlogistieke stromen, zou de stad bijna 35% CO2-uitstoot en 45% aan vervoersbewegingen kunnen uitsparen. Laat die sloophamer maar komen!
Gefascineerd door steden en wat hen vorm geeft. Zijn onderzoek (Universiteit Antwerpen) focust op stadsontwerp en infrastructuur.
Met de medewerking van