Foto: Kioni Papadopoulos
Vandaag om 12:10 door | Bron: De Zondag
Het teleurstellende verkiezingsresultaat op 26 mei deden Groen-kopstuk Kristof Calvo pijn, daarom sprak hij zes weken lang niet met de media. Vandaag doorbreekt de Mechelaar de stilte in een uitgebreid interview met 'De Zondag’. Met de nodige zelfkritiek kijkt hij terug op de fouten die hij en zijn partij maakten, maar in zijn gekende voluntaristische stijl laat hij meteen ook weten er weer stevig tegenaan te willen gaan.
Groen won op 26 mei weliswaar stemmen tegenover de vorige verkiezingen in 2014, maar de verwachtingen lagen veel hoger dan de tien procent die de partij behaalde. “Ik ben héél teleurgesteld”, geeft Calvo toe. “Ik ga dat niet onder stoelen of banken steken. Ik heb het lastig met die uitslag, nog altijd. Met onze uitslag, maar óók met de opgang van extreemrechts én met de vele blanco stemmen.”
Over de ruk naar rechts: “Wij moeten voortouw nemen in tegen ongelijkheid”
Volgens Calvo valt de opkomst van extreemrechts niet enkel door het migratievraagstuk te verklaren. “Dat is veeleer gevolg dan oorzaak. Ik kijk in de eerste plaats naar de groeiende ongelijkheid en onzekerheid in de samenleving. Als mensen onzeker zijn over hun loon en pensioen, dan gaan ze nieuwkomers zien als concurrenten. Nationalisten en populisten wakkeren die concurrentie aan. Progressieven moeten het omgekeerde doen.”
Calvo meent ook dat zijn partij dat tijdens de campagne geprobeerd heeft. “Wij hebben kritisch, maar ook constructief oppositie gevoerd. Dat laatste is onvoldoende opgevallen.” Daarmee steekt Calvo ook de hand in eigen boezem. “We leken plots een klimaatpartij geworden. Een one-issuepartij. Nochtans zijn we dat niet. Maar we kwamen wel zo over. We waren te eenzijdig gefocust op het klimaat en te weinig zichtbaar op het sociale. Maar een groene partij moet óók in de strijd tegen ongelijkheid het voortouw nemen. Wij kwamen echter niet op die manier naar buiten.”
Over de interne kritiek: “Wat had ik doen moeten doen?
In een interne nota was voormalig partijvoorzitter Wouter Van Besien dan ook kritisch voor de rol van Calvo en zijn opvolgster Meyrem Almaci als “te drammerig, te eenzijdig en te aanvallend”. Kritiek die Calvo wil beschouwen als “een uitnodiging om beter te doen in de toekomst”, maar zijn stijl ingrijpend aanpassen? Neen. “Ik ga vol passie en enthousiasme aan politiek blijven doen. Als ik dat niet meer kan, stop ik ermee. (fel) Wat moest ik dan doen? Ik was één van de boegbeelden. Ik kon mij toch niet verstoppen?”
Nochtans hield hij na de verkiezingen zes weken lang de lippen stijf op elkaar. “Ik was heel teleurgesteld. Wellicht meer dan anderen in de partij. Ik was ook boos. Ik zat met veel vragen. Ik wou eerst antwoorden zoeken. Ik heb veel mensen gesproken. Ik vond dat slimmer dan meteen interviews te geven. Maar intussen heb ik antwoorden en is ook de strijdbaarheid terug.”
Over de regeringsformatie: “Vlaamse meerderheid geen must”
Calvo wil dan ook weer snel aan de slag. “Wij gaan meewerken aan élk betekenisvol compromis op de domeinen die wij belangrijk vinden. Maar ik hoop vooral dat dit land snel een regering krijgt, en géén noodregering zoals sommige collega’s opperen. Dit land verdient een volwaardige regering. Er zijn mogelijkheden. Laat ons aan de slag gaan.”
Aan de slag gaan als in ‘een paarsgroene regering’? “Dat is één mogelijkheid. Er zijn er nog. Droom ik daarvan? Neen. Ik droom van een inhoudelijk goed project. Als dat op tafel ligt, dan maken we daar graag deel van uit. Maar ik vermoed dat eerst N-VA en PS aan tafel zullen moeten. Of de federale regering een Vlaamse meerderheid moet hebben? Dat is geen must. De inhoud is belangrijker. Wij zijn daarin een atypische partij. We hebben ook de regering-Michel nooit aangevallen omdat ze een minderheid had aan Franstalige kant. Een federale regering moet er zijn voor álle Belgen.”
Met de medewerking van