Foto: BELGA
Jasper Stuyven kan leven met achtste plek
Vandaag om 18:46 | Bron: BELGA
Dylan Groenewegen kon dinsdag opnieuw niet meestrijden om de zege in de vierde etappe in de Tour de France. En dat ondanks knap voorbereidend werk van zijn ploeg Jumbo-Visma, waar witte trui Wout van Aert opnieuw indruk maakte als lead-out
LEES OOK.
Groenewegen was echter ook kritisch voor zichzelf. De Amsterdammer had in de beslissende fase van de sprint duidelijker naar zijn ploeggenoten moeten zijn, oordeelde hij. “Ik kon in de finale niet echt duidelijk maken wat ik wilde. Daardoor raakten we elkaar een beetje kwijt. We hadden veel beter één kant kunnen houden. We zaten daar goed met z’n vieren. We maakten een plan, maar de benen voerden nog niet uit wat ik wilde.”
Groenewegen, die vorig jaar twee etappes in de Tour won, heeft vertrouwen dat het nog wel goed komt. “Ik slaap nu nog niet 100 procent, maar ik herstel wel snel. We weten het hele jaar hoe ik ben in de sprint. Vorig jaar kwam ik er ook doorheen en dat zal nu ook zeker zo zijn.”
Foto: Photo NewsJasper Stuyven kan leven met achtste plaats: “Er zat niet meer in”
Na een tiende en derde plaats reed Jasper Stuyven naar een derde toptienplaats in deze Tour. Hij finishte als achtste in Nancy. “En daar ben ik tevreden mee”, sprak hij na afloop. “Want dit was geen finish die me ligt.”
“In het begin was het eerlijk gezegd een slaapverwekkende etappe”, liet hij optekenen door zijn team Trek-Segafredo na z’n dopingcontrole. “Ik was echt aan het wachten op de finale, tot de adrenaline door de aderen zou stromen. En dat gebeurde ook. Op het eind werd er echt gekoerst.”
“In de sprint was er chaos, zoals altijd. Fabio (Felline) en Toms (Skuijns) brachten me op vijf kilometer naar voren. Dat deden ze goed, ik zat in uitstekende positie en kon die ook houden. Op twee km van het eind wisten we dat het smaller werd. Ik zat daar nog goed, maar meteen daarna verloor ik wel wat plaatsen omdat allerlei teams me van achteruit nog voorbij vlogen en ik zelf niet echt kon opschuiven. In de sprint zelf ging ik dan weer enkele jongens voorbij. Achtste, daar kan ik mee leven, zeker op zo’n aankomst die me niet ligt.”
De rit naar Colmar is door veel renners aangeduid met stip. Te lastig voor de sprinters, een aanval zou wel eens kunnen lonen. “Ik denk dat veel renners die rit in hun hoofd hebben”, eindigde hij. “Het zal een strijd worden om mee te gaan in de vlucht wellicht. Het wordt een hard dag, dat weet ik nu al en zelf moet ik het nog eens in detail bekijken wat mogelijk is.”
Met de medewerking van