Philip Kerr, Metropolis

Kerrs wonderlijke mix van spannende plots, sardonische humor, geschiedkundige weetjes en filosofische bespiegelingen vormden het gedroomde vehikel voor deze Berlijnse speurder, die als geen ander schaamteloos eigenbelang met het grotere gedachtengoed wist te verzoenen. In Metropolis, Kerrs laatste, postuum verschenen, boek ontmoeten we de jonge Gunther, die net de overstap naar de Berlijnse moordbrigade heeft gemaakt. We schrijven 1928. De Weimarrepubliek loopt op zijn einde, Hitlers naziclubje begint zich steeds meer te roeren. Bernies eerste opdracht is het onderzoek naar een reeks gruwelijke moorden op prostituees. Ze krijgen eerst een nekslag met een hamer en worden daarna gescalpeerd, waardoor de onbekende moordenaar al snel de bijnaam Winnetou krijgt. Maar hier blijft het niet bij. Er volgt een nieuwe reeks moorden, ditmaal met kreupelen oorlogsveteranen als doelwit. Is iemand bezig de straten van Berlijn schoon te maken? Ook in dit finale boek weet Kerr op meesterlijke wijze fictie en (cultuur)historische feiten met elkaar te vermengen. Zijn ingetogen schets van de decadente, met talloze lagen glitter bestreken Duitse hoofdstad getuigt van een grote eruditie en een nog groter inlevingsvermogen. Ik ga je missen, Philip.

De Boekerij, 351p

Jobat