LEES OOK .

Terwijl Wout van Aert tijdens de eerste Tourweek schitterde, bereidde de wereldkampioen veldrijden zich in alle rust voor op zijn wedstrijd in Frankrijk. Van der Poel ziet, mede door zijn Belgische concurrent, kansen in La Grande Boucle. Maar dat is nog niet voor nu.

“Voor mij voelt dit niet vreemd aan”, zegt de Nederlander in gesprek met de NOS. “Ik ben altijd heel graag op de mountainbike. Ik heb mezelf doelen gesteld (in 2020 olympisch kampioen worden in Tokio, red.) en de Tour past daar niet in. Of ik de Tour volg? Ja natuurlijk, ik heb al elke dag gekeken. Wat ik ervan vind? Niks speciaal (lacht). Het is leuk dat er elke dag koers is op tv, maar het is niet dat ik met pijn in het hart zit te kijken.”

Wanneer rijdt Van der Poel dan wel eens de Tour? Volgens opa Raymond Poulidor ten vroegste in 2021. “Volgend jaar zeker niet”, zegt de Nederlander. “Misschien inderdaad het jaar daarna. Het zou wel kunnen. Of dan bij een WorldTour-ploeg moet rijden? Je kan ook een wildcard krijgen met een procontinentale ploeg. Er zijn meerdere manieren om er te geraken”, ontwijkt hij vlotjes rond zijn figuur.

Van Aert

Houdt Van der Poel eigenlijk iemand als Van Aert in de gaten? “Natuurlijk, vooral ook omdat we gelijkwaardig zijn op veel vlakken. Hij geeft dan ook een goeie indicatie van wat mogelijk is. Ik vergelijk mezelf met niemand, maar zo die lastige overgangsetappes… Dat zijn wel dingen die ik aan moet kunnen. Dat leunt dichter aan bij een klassieker. Al is het niveau in de Tour altijd hoog, bergop wordt er hard gereden. Dat moet ik nog ontdekken.”

Van der Poel richt zich nu volledig op het EK mountainbike in het Tsjechische Brno (25-28/7), daarna volgt het WK in het Engelse Yorkshire (28/8-1/9). “Ja, daar wil ik wat van gaan maken. Net zoals het EK mountainbiken is dat een van mijn grote doelen. Ik geloof erin dat ik die wedstrijd kan winnen”, klinkt het bij de Nederlander.