U kent misschien de uitdrukking 'In een Spaanse Furie schieten'. Maar wat gebeurde er eigenlijk tijdens de Spaanse Furie? Waarom is het een belangrijke gebeurtenis in de Antwerpse geschiedenis en wat was de rol van het stadhuis hierin?
Het is 1576. Antwerpen staat in het middelpunt van de godsdienstoorlogen en beleefde een nooit eerder geziene economische bloei. De stad was rijk en het stadhuis was de parel op haar kroon. Maar Spanje zelf was bankroet. Koning Filips II kon zijn soldaten niet langer betalen en dus besloten zij om het geld te halen waar het zat: in Antwerpen.
Op 4 november drongen Spaanse soldaten woningen binnen, sloegen mannen de kop in, verkrachtten vrouwen, stalen geld en sieraden. Drie dagen lang werd Antwerpen geplunderd, waarbij arm noch rijk werd gespaard. Meer dan 10.000 mensen werden gedood.
Het stadsbestuur coördineerde een tegenaanval vanuit het stadhuis. De Spanjaarden wisten dat de vernietiging van het stadhuis de enige manier was om het verzet te breken. Op de Grote Markt verzetten burgers zich dapper tegen de soldaten. Vanuit het stadhuis werd met scherp geschoten op de muitende Spanjaarden. Maar het was tevergeefs. Het slechts tien jaar oude stadhuis werd in brand gestoken. Door de brand was het niet langer mogelijk om het stadhuis te verdedigen. Wie het gebouw ontvluchtte, werd op het plein gedood. De brand sloeg over op andere huizen en er ontstond een algemene stadsbrand. In totaal brandden ongeveer zeshonderd huizen af.
Alleen de buitenmuren van het stadhuis bleven staan. Enkele burgers slaagden erin om nog een groot deel van het stedelijk archief te redden. De Spanjaarden werden tijdelijk verdreven en de stad begon haar wonden te likken. In 1581 was de wederopbouw van het stadhuis een feit.