Na de Eerste Wereldoorlog was er een algemeen en nijpend tekort aan nieuwe woningen. In de gemeenten waar de oorlog vele huizen had beschadigd of verwoest, zochten gezinnen hun toevlucht in noodwoningen: tijdelijke barakken, vaak met rudimentaire voorzieningen. In die periode won de tuinwijkgedachte volop veld. De overheid wilde het tekort aan woningen aanpakken en tegelijk de overbevolkte stedelijke arbeiderswijken indammen. Degelijke huisvesting met voldoende groen in een gezonde omgeving, daar stonden de tuinwijken voor.
Hoewel Wilrijk weinig oorlogsschade had geleden, was ook hier de nood aan deftige huisvesting groot. Gedurende jaren woonden gezinnen in de redouten , de verlaten schansen tussen de forten. Verkavelingen en nieuwbouwwijken moesten een duurzame oplossing bieden voor het woningtekort.
In Wilrijk waren Frans Engels en Jos Van Santvoort de bezielers van huurderscoöperatief Eenheid . Ze wilden werk maken van betaalbare arbeiderswoningen en lieten hun oog vallen op de terreinen Duivelshoek en Boeksvelden. Met de Nationale Maatschappij voor Goedkope Woningen als geldschieter werden de gronden aangekocht. Het project werd toegewezen aan drie bouwkundigen, die elk een stuk grond mochten bebouwen. De aanbesteding van het eerste project (55 huizen) ging vrij vlot. Al in 1923 vond de eerste steenlegging plaats en in 1924 konden de eerste huizen in de Krijgslaan en de Gallaitlaan worden bewoond. Ze vormden de kiem van de Eenheidswijk, een van de oudste sociale woonwijken van Antwerpen.
In 1926 waren de geplande 165 woningen klaar maar er was nog geen riolering, verlichting of bestrating voorzien. Bij regenweer veranderden de onverharde wegen in een modderpoel en tijdens nachten met veel bewolking werd het aardedonker in de wijk.
Jef Claes, bestuurslid van Gebuurtekring Eenheid:
"’s Avonds vóór het slapen gaan werden de schoenen mooi gepoetst om ’s morgens naar het werk of de school te gaan. Maar vooraleer men de Oudestraat bereikt had, hingen ze vol met slijk. De vrouwen waren slimmer. Zij staken hun schoentjes in een boodschappentas en vertrokken op hun klompen tot aan de Oudestraat. Daar werden de klompen verstopt en de schoentjes aangetrokken. Zo kwamen zij met nette schoentjes in het dorp.
Eén van de bewoners was naar de stad geweest om er een feestje bij te wonen. s’ Nachts kwam hij thuis met de laatste tram. In de Oudestraat trachtte hij op de tast het brugje te vinden. Maar hij miste en ging de natte gracht in. Nadien werd er over dit bad nog dikwijls gelachten maar op het moment zelf lachte hij niet."
In 1944 trof een Duitse V-bom het Boeksveldplein en legde acht woningen in puin. De verwoeste huizen werden nadien vervangen door een modern appartementsgebouw. Later kwamen er verschillende nieuwbouwappartementen bij in de wijk. Tussen de woonblokken staan nog enkele huizen in Engelse cottagestijl, die herinneren aan de tuinwijkgedachte uit de jaren twintig.