Openbare werken verlopen vaak volgens een gelijkaardige procedure, waar gelijkaardige begrippen aan te pas komen. In wat volgt lichten we de meest voorkomende kort toe.
Worden bewoners ingelicht bij aanvang van de werken? Bewoners en winkels worden voor aanvang van de werken ingelicht d.m.v. een infobrief. Daarin staat - onder meer - uitleg over de werken en de eventuele hinder, de data van de werken (fasen) en het aanspreekpunt tijdens de werken. Ook andere informatie kan erin vermeld worden, zoals de huisvuilophaling tijdens de werken.
Worden bewoners betrokken bij de heraanleg van een straat? Naargelang de impact van de heraanleg of ingreep, beslist het Wilrijkse districtsbestuur om de bewoners te betrekken. Tijdens een hoorzitting of infovergadering krijgen bewoners de kans om de ontwerpplannen in te kijken en vragen te stellen. Het kan ook gebeuren dat de bewoners mee beslissingen nemen.
Wat zijn de gele affiches die voor aanvang van sommige werken worden opgehangen in de straat? De gele affiches die uithangen dienen om het openbaar onderzoek (ingreep in openbaar domein) aan te kondigen. Na een looptijd van een maand worden de mogelijke bezwaarschriften gebundeld en na een collegebeslissing aan stedenbouw van de stad Antwerpen overgemaakt met de bouwaanvraag.
Gebeuren werken in één keer of wordt er in fasen gewerkt? Afhankelijk van de omvang van de werken en de technische noodzaak, worden de werken in één of meerdere fasen uitgevoerd. Het opsplitsen in fasen gebeurt meestal omdat het bestuur de hinder naar de buurt toe zoveel mogelijk wil beperken. Dit wordt dan vooraf duidelijk aan de bewoners meegedeeld.
Hoelang duren de werken? Dit is afhankelijk van de omvang van de werken en onvoorziene omstandigheden zoals weer, overmacht, enzovoort. De uitvoeringstermijn van de werken wordt aangekondigd in de infobrief naar de bewoners en wordt uitgedrukt in werkbare dagen.
De werken zijn begonnen, maar liggen stil. De werken duren langer dan verwacht. Wat is er aan de hand? Beide problemen kunnen het gevolg zijn van onvoorziene weersomstandigheden. Als het hard regent of vriest, kan er niet verder gewerkt worden. De uitvoeringstermijn wordt dan verlengd. De aannemer dient de werken uit te voeren binnen de gestelde uitvoeringstermijn van x-aantal werkbare dagen. Als de uitvoeringstermijn overschreden wordt, wordt de aannemer hiervoor beboet. In uitzonderlijke omstandigheden worden de bewoners verwittigd.
Hoeveel tijd zit er tussen de hoorzitting en de start van de werken? Na een hoorzitting volgt de definitieve goedkeuring van het ontwerp en kunnen de aanbestedingsdocumenten worden opgemaakt. Hierna volgt nog een lange administratieve fase: de aanvraag van de bouwvergunning, bodemonderzoeken, veiligheidscoördinatie, afspraken met nutsbedrijven, enz. Na de aanbesteding van de werken en als alle vergunningen beschikbaar zijn, worden de werken gegund en kan een aanvangsdatum van de werken bepaald worden. Na de hoorzitting kan het dus nog 1,5 tot 2 jaar duren voordat de werken effectief starten.
Mogen groene voortuintjes verhard worden om er een parkeerplaats van te maken? Overeenkomstig artikel 79 van de gemeentelijke bouw- en woningverordening van de Stad Antwerpen mag een voortuin niet meer verhard worden dan dat gedeelte strikt noodzakelijk voor de toegang tot het gebouw. Als u geen garage hebt, wil dit concreet zeggen dat de verharding in de voortuin zo breed mag zijn als de voordeur. Het verharden van een voortuin kan leiden tot een boete of verplichting alles in de oorspronkelijke staat te herstellen.
Kan het straatbeeld opgefleurd en verfraaid worden bij een heraanleg? Bewoners hebben de mogelijkheid om hun straat en gevels te verfraaien in samenwerking met Stadsmakers. Soms zorgen zij zelfs voor de planten. Het initiatief moet echter wel van de bewoners komen.
Er zijn verschillende opties: - - bloemenkorf aan de gevel - plantenbak op de vensterbank
Contactgegevens Stadsmakers Wilrijk Kathleen Sterckx tel. 0478 75 45 12
Hoe kan ik een parkeerplaats voor gehandicapten aanvragen? De aanvraag voor een parkeerplaats voor mindervaliden moet steeds bij GAPA (Gemeentelijke Autonoom Parkeerbedrijf Antwerpen) ingediend worden. Zij starten dan een onderzoek dat nagaat of de aanvrager voldoet aan de normen die vastgesteld zijn door het Ministerie van verkeer. Als dit het geval is, meldt GAPA dit aan de cel mobiliteit, die voor de uitvoering zal instaan. Het telefoonnummer van GAPA is 03 727 16 60.
Kan ik tijdens de werken nog in en uit mijn garage - woning? Bij gewone onderhoudswerken is de periode, waarin uw garage onbereikbaar is, erg beperkt. Vaak is dit enkel een probleem op het moment dat het stukje voetpad of straat voor uw deur aangepakt wordt. Door de werken gefaseerd uit te voeren trachten wij de hinder tot een strikt minimum te beperken.
Waar moeten we met onze afvalzakken naar toe als de straat opengebroken is? Als de vuilniskar niet meer in de straat kan, moeten alle vuilniszakken verzameld worden op de bereikbare hoeken van de straat. U brengt uw afval er zelf heen.
De glasbak is verdwenen voor de werken. Wat moet ik nu met mijn glas doen? Voor de duur van de werken moet u met uw glas naar een andere glascontainer in de buurt. Laat het vooral niet achter op de plek waar de glascontainer stond. Dit is sluikstort en wordt streng beboet.
Ik heb een verhuis gepland in de periode van de werken. Hoe moet ik dit nu regelen? Als het lukt kan u best even de aannemer te plaatse aanspreken. Vaak zijn deze makkelijk te vinden in de werfkeet. Bent u overdag niet thuis, bel of mail dan met de contactpersoon die u vindt op de infobrief.
Wanneer worden de rioolaansluiting van de huizen vervangen? Bij een volledige heraanleg van een straat worden de rioleringen vaak vervangen door een gescheiden stelsel. Als blijkt dat de rioolaansluiting één van volgende gebreken vertoont kan ze ook vervangen worden: ze is stuk, ze is niet in pvc of gres uitgevoerd, de dichting is niet met rubberringen uitgevoerd of de rioolaansluiting is gemeenschappelijk. In dit geval wordt er voor ieder eigendom een afzonderlijke wachtaansluiting geplaatst en wordt de bestaande rioolaansluiting opnieuw aangesloten.
Moeten de bewoners extra betalen voor de vervanging van de rioolaansluitingen? De rioolaansluitingen (vanaf het hoofdriool tot de grens openbaar domein - privé domein) worden tijdens de heraanleg vervangen zonder kosten voor de eigenaar. Bij diep gelegen huisaansluitingen ten opzichte van het straatriool is het nuttig om een terugslagklep te plaatsen (op eigen kosten) om bij hevige regen terugslag van het riool te vermijden.
Wat gebeurt er met de nutsleidingen tijdens de heraanleg van een straat? De nutsbedrijven (telefoon, telecom, gas, …) worden voor aanvang van de werken verzocht om alle noodzakelijke werken uit te voeren. Na heraanleg van de straat is er voor hen een werkverbod van vijf jaar, tenzij er zich een specifiek probleem voordoet.
Nadat er nutswerken plaatsvonden, liggen er nog enkele putten open. Zijn ze die vergeten? Het is mogelijk dat er na de werken op enkele plaatsen putten open blijven. Hier wordt het nieuwe en het oude net op elkaar aangesloten. Deze putten zijn niet vergeten, maar kunnen pas later terug dicht gemaakt worden.
Sommige riooldeksels liggen niet meer vast en zorgen voor geluidsoverlast als auto’s er over rijden. Bij de heraanleg van straten worden de riooldeksels vervangen door nieuwe deksels die voorzien zijn van een rubberen ring om een betere dichting te hebben en geluidsoverlast te voorkomen. Als er geen heraanleg gepland is, kunnen bewoners dit best melden aan het district door middel van een meldingskaart. Deze vindt u op de website onder e-loket.
Worden de keldergaten hersteld als het voetpad aangelegd wordt? Neen, het herstellen van keldergaten dient op eigen kosten te worden uitgevoerd. De bestaande keldergaten worden wel aangepast aan de hoogte van het nieuwe voetpad.
De werken zijn afgelopen, maar er ligt nog zand op het voetpad. Wordt dit nog opgeruimd? Op een nieuw (her)aangelegd voetpad moet zand tijdelijk blijven liggen. Dit mag u in geen geval wegvegen. Na verloop van tijd verdwijnt dit tussen de stoeptegels, waardoor ze vaster komen te liggen.
Gewestplan Dit zijn bestemmingsplannen die eind jaren ‘70 voor het Belgische grondgebied zijn opgemaakt. Ze leggen de algemene bestemmingen vast van de verschillende delen van het grondgebied zoals bewoning, nijverheid, landbouw, parkgebied of enig ander gebruik. Gewestplanwijzigingen worden echter niet meer doorgevoerd. In het decreet van 18 mei 1999 is vastgelegd dat in de toekomst gewerkt wordt met ruimtelijke uitvoeringsplannen. De gewestplannen blijven wel gelden op de plaatsen waar ze niet vervangen zijn door de nieuwe plannen.
Bijzonder Plan van Aanleg. Een BPA is een gedetailleerder ordeningsplan dan het gewestplan. Naast de bestemming van de grond worden ook specifieke voorschriften opgelegd zoals kroonlijsthoogte, dakhelling, materialen en dergelijke. Door het opmaken van een BPA wordt een gewestplan meer gedetailleerd en er kan onder voorwaarden afgeweken worden van de bestemmingen van het gewestplan. Het is een verfijning van het gewestplan op perceelsniveau.
(s)RSA Strategisch Ruimtelijk Structuurplan Antwerpen. Dit is het bestemmingplan voor de ganse stad, waarin de toekomstvisie voor de stad wordt uitgewerkt. Onder ruimtelijk structuurplan wordt een beleidsdocument verstaan dat het kader aangeeft voor de gewenste ruimtelijke structuur. Het geeft een langetermijnvisie op de ruimtelijke ontwikkeling van het gebied. Het is erop gericht samenhang te brengen in de voorbereiding, de vaststelling en de uitvoering van beslissingen die de ruimtelijke ordening aanbelangen. Er worden ruimtelijke structuurplannen gemaakt op drie niveaus: gewestelijk, provinciaal en gemeentelijk.
Ruimtelijk UitvoeringsPlan. Een RUP geeft uitvoering aan een ruimtelijk structuurplan. Ze vervangen de vroegere gewestplannen, omdat die te weinig gebaseerd waren op een algemene beleidsvisie. De RUP’s zijn ook veel flexibeler dan de rigide gewestplannen: het is een instrument dat beter kan inspelen op de dynamiek van de samenleving. Verder beschrijft het ook beter hoe de functies of activiteiten zich tot elkaar verhouden.
Dienst Communicatie en Participatie Wilrijk Bist 1 2610 Wilrijk tel. 03 338 53 91