Vandaag om 10:43
Nathalie* is al jaren leerkracht, maar zat op de eerste schooldag werkloos thuis. Om dat aan te kaarten, schrijft ze een open brief aan Vlaams minister van Onderwijs Hilde Crevits (CD&V).
Beste mevrouw Crevits,
Beste minister van onderwijs,
Beste collega,
Beste lezer van deze brief
De eerste schooldag. Een dag vol vrolijke gezichten van kinderen die weer naar school gaan. Mijn Facebook-tijdlijn staat er vol van. Niet enkel van blije kindergezichten, maar ook van collega’s die trots hun klas fotograferen die klaar staat om al die nieuwe bengels te verwelkomen. Daar breekt mijn hart van. Ik zou zo graag ook eens het gelukzalige gevoel willen hebben om kinderen te ontvangen in ‘mijn klas’. Maar de realiteit is anders. Deze leerkracht, afgestudeerd in 2013, heeft nog steeds geen klas. Hoe dat komt, na al die jaren al in het onderwijs gewerkt te hebben? Wel, dat vragen directeurs mij ook tijdens sollicitatiegesprekken. Terwijl zij het antwoord toch wel zouden moeten weten?
Dat antwoord is het volgende: door werkwilligheid en steeds opdrachten aan te nemen, kwam ik in verschillende scholen, verschillende netten en verschillende klassen terecht. Ondertussen in maar liefst 38 verschillende scholen, in zes jaar tijd. Tel het maar uit. Door die kortere en langere vervangingen te doen, mocht ik veel ervaring opdoen. Maar daarna mocht ik beschikken. Wanneer ik ergens stond op het einde van het schooljaar, waren er geen uren voor mij voor het schooljaar daarop. Heel frustrerend als een directeur je daarvoor afwimpelt, en dan zeker met die vraag ‘waarom heb je na al die jaren nog geen plekje?’. Die vraag stelde een directeur mij drie jaar geleden al! Nu ben ik aan het proberen om nog maar in één scholengroep te werken. Ik ben benieuwd hoe lang ik thuis zal zitten dit jaar.
Van de meer dan zeventig mails die ik normaal elke paasvakantie stuur, in juni nog eens herhaal en eind augustus ook, krijg ik misschien vijf antwoorden. Vaak nog standaardmails om mij in een databank in te schrijven, niet eens een aanspreking op naam. In welke andere sector stuurt men niemand een antwoord op een spontane sollicitatie? Of je ziet een vacature op Facebook, terwijl je al in de databank van die school bent ingeschreven. Wat moeten wij, onzekere leraren zonder werk, daarvan denken?
Dan zijn er de vacatures op de VDAB-website. Daarvan zijn er veel nog niet ingevuld, hoor je steeds op het nieuws. Wat ze niet zeggen, is dat onder het jobdomein onderwijs ook postbodes vallen. Of er staan vacatures op van het vorige schooljaar of ouder. De vacatures die er zijn, zijn vaak ook ‘schijnvacatures’ die eigenlijk al ingevuld zijn of waarvan ze al weten wie de job gaat krijgen. Krijg je dan toch reactie op een sollicitatie en heb je een gesprek gepland, dan nog is er de kans dat je plotseling te horen krijgt dat het gesprek niet doorgaat, of dat je wel op gesprek mag komen maar dat de functie reeds is ingevuld.
Vanmorgen stond ik op met een positieve vibe, hoewel ik geen werk heb op deze eerste schooldag. Ik blijf hopen, hopen en elke interim aannemen (wat eigenlijk niet goed is, omdat ik zo nergens voldoende dagen kan opbouwen). Als je dan naar het nieuws kijkt en ziet dat de minister het steevast heeft over ‘startende leerkrachten’ die ze werkzekerheid wil bieden, dan voel ik me even uitgesloten.
Weet ze wel waar het echte probleem zit? Weet ze wel dat er zoveel leerkrachten, net als ik geen starters meer, zonder werk zitten? Wat gaat ze aan ‘onze’ problematiek doen? Wat met de TADD-stop (tijdelijke aanstelling van doorlopende duur, red.) die vele scholen invoeren, zodat leerkrachten mogen beschikken en niet meer terug hoeven te komen van zodra ze bijna TADD’er zijn? Daar zit het probleem van het onderwijs. Daar, en bij de vastbenoemde leerkrachten waar er heel wat tussen zitten die niet meer functioneren zoals we van een leerkracht verwachten. Hen ontslaan is zo’n lange en slopende procedure waar niemand graag aan start.
Dus hier zit ik dan, op de eerste schooldag, thuis, aan de tafel achter mijn laptop. Best een bedroevend zicht, een leerkracht zonder klas. Ik weet dat er in een veel steden plaatsen genoeg zijn, maar het moet ook haalbaar zijn. Haalbaar qua vervoer en qua opvang voor mijn kinderen als die er komen. Daarom wacht ik wel weer. Met de hoop dat ik wel weer een interim zal vinden, liefst voor langer dan twee weken.
Een eerste schooldag, met leuke foto’s van mezelf, dat is voorlopig een utopie. In deze zevende keer dat ik een eerste schooldag mee mag maken als leerkracht, heb ik nog maar één keer de eerste schooldag ook echt meegemaakt. Voorbereid kunnen starten, alles netjes weggelegd, alle lessen klaar... Als ik ergens start, word ik voor de leeuwen gegooid. Dat vraagt wel wat improvisatietalent. Dat leer je wel, na zoveel schooljaren.
Maar eerlijk? Ik kan niet wachten tot ik weer een nieuwe eerste schooldag heb. Soms heb ik er wel zes op een schooljaar, of meer. Nieuwe gezichtjes om mijn kennis op een leuke manier aan door te geven, om te koesteren, te knuffelen, te troosten, te babbelen,... Mijn job is mijn passie, daarom blijf ik het ook doen. Maar zorg alstublieft voor een betere omkadering voor werkloze, onzekere leerkrachten die niet meer startend zijn en zo graag een plekje willen.
Een zeer gemotiveerde en gepassioneerde, maar werkloze leerkracht.
* Nathalie is een fictieve naam. Naam en gegevens zijn bekend bij de redactie
Met de medewerking van