De stad en alle aanverwante diensten communiceren voortaan vooral digitaal. Dat is het uitgangspunt voor de communicatiestrategie, die het college heeft goedgekeurd. Tegen mei 2014 zal een nieuw digitaal platform actief zijn waarbij elke Antwerpenaar een eigen profiel heeft en informatie van verschillende diensten beter gelinkt wordt. De stad besteedt wel extra aandacht aan mensen die nog geen toegang hebben tot het internet. Zo wordt bekeken waar er gratis computerplekken kunnen komen en welke digitale projecten voor deze mensen nog mogelijk zijn.
Nu de groep stad Antwerpen voluit gaat voor digitale communicatie, wordt er een centraal platform ontwikkeld dat vertrekt vanuit de behoeften van de gebruiker. Via die weg krijgt de gebruiker toegang tot alle digitale diensten van de stad, het OCMW, de hulpdiensten en autonome organisaties zoals het parkeerbedrijf GAPA. De gebruiker bepaalt dus zelf waar, wanneer en hoe hij informatie wil ontvangen.
In het digitale platform maakt elke gebruiker een eigen A-profiel met individuele keuzes over wat hij wel of niet leest en bekijkt: een sportliefhebber heeft misschien minder interesse in nieuws uit de bib en jongeren zijn misschien minder geïnteresseerd in de regeling voor de huisvuilophaling. Daardoor beschikt de organisatie over een reeks gegevens, zoals woonplaats of gezinssamenstelling. Verder kan het profiel aangevuld worden met bijvoorbeeld informatie uit de centrale databank, de bezochte pagina’s op www.antwerpen.be of het gebruik van de A-kaart.
Daarnaast wordt de klemtoon verschoven van communicatie naar conversatie: er is minder éénrichtingsverkeer van de stad naar de gebruiker en er wordt meer dialoog mogelijk. Zo wordt alle info relevanter en wordt de betrokkenheid van de Antwerpenaar groter.
Voor de nieuwe communicatiestrategie is een heldere digitale architectuur nodig. Die legt duidelijke principes vast en eenduidige richtlijnen voor het gebruik van digitale toepassingen zoals websites, applicaties, mailings en sociale media. Daarom worden informatie, inhoud en data voortaan centraal beheerd. Zo kunnen de verschillende diensten van de stad gebruikmaken van alle functionaliteiten.
Momenteel beschikt de stad al over heel veel digitale informatie, maar het is moeilijk om die gegevens onderling uit te wisselen omdat de diensten de informatie gefragmenteerd ingeven in een aparte, gesloten omgeving. Zo leidt een aankondiging van een activiteit op een pleintje in een bepaald district nog niet automatisch tot een artikel op de UiT-kalender of een bericht op de Facebook-pagina van het district. Dat gaat nu veranderen.
Uit onderzoek blijkt dat momenteel zo’n 10 tot 20 procent van de Antwerpenaars geen of nauwelijks toegang heeft tot het internet. Daarom zal de stad extra inspanningen leveren om zoveel mogelijk Antwerpenaars op het internet te krijgen en vertrouwd te maken met het digitale platform. Er zijn al een aantal Digipunten en wellicht komen er nog meer van die gratis computerplekken. De bedrijfseenheid Samen Leven bestudeert in samenwerking met mensen uit de doelgroepen welke speciale digitale projecten er mogelijk zijn. Drukwerk wordt voortaan beschouwd als een afgeleide vorm van de digitale communicatie. Alleen als bepaalde boodschappen niet aankomen bij bepaalde groepen, kan de communicatie verlopen via andere kanalen.
Verder wil de stad op meer plaatsen draadloos internet aanbieden. Er kunnen bijvoorbeeld vrij toegankelijke wifi-zones komen in winkelstraten en de stads- en districtsgebouwen. Digipolis lijst de verschillende mogelijkheden op.
Het digitale platform wordt gefaseerd ontwikkeld en moet in mei 2014 operationeel zijn. In eerste instantie wordt het A-profiel aangemaakt, zodat de gebruiker zijn persoonlijke gegevens, A-kaart en nieuwsbrieven kan beheren. De informatieve website antwerpen.be, de districtssites en de promotionele DNA.be worden geleidelijk in elkaar geschoven. Bij lopende digitale projecten houdt de stad rekening met het databeheer en de integratiemogelijkheden in het nieuwe digitale platform.