Foto: BELGAPLUS
Vandaag om 10:18 | Bron: BELGA
In het proces over de treinramp in Buizingen, die in februari 2010 het leven kostte aan negentien mensen, heeft de verdediging van de treinbestuurder een verslag neergelegd van een eigen expert. Die expert, een emeritus-professor aan de ULB, spreekt de conclusies van de gerechtsexperts tegen. Volgens die gerechtsexperts zou de treinbestuurder een rood stoplicht hebben genegeerd. Volgens de expert van de verdediging staat het echter niet vast dat het licht wel op rood stond.
De treinramp vond plaats op maandag 15 februari 2010 vlakbij het station van Buizingen. De P-trein CR E3678 van Leuven naar ’s Gravenbrakel botste om 8.28 uur bijna frontaal tegen de IC-trein E1707 van Quiévrain naar Luik-Guillemins. Het ongeval kostte het leven aan 19 mensen, onder wie de treinbestuurder van de IC-trein. Zeker 310 anderen raakten gewond.
Het Brusselse parket vervolgt de bestuurder van een stoptrein, die door een stoplicht zou zijn gereden, en spoorwegmaatschappij NMBS en spoornetbeheerder Infrabel omdat die nalatig zouden geweest zijn met de veiligheid.
“Belangrijk element”
De expert die door de verdediging van de treinbestuurder is aangesteld, komt nu tot de conclusie dat het niet vaststaat dat het stoplicht op rood stond. “Maar onze verdediging is niet alleen op dat verslag gestoeld”, zegt meester Dimitri de Béco. “Het is wel een bijkomend, belangrijk element.”
Op de burgerlijke partijen maakt het verslag voorlopig weinig indruk. “Het is duidelijk de bedoeling van de verdediging om over dit punt twijfel te zaaien”, zegt meester Jan Buelens. “Vraag is of dat zal lukken. In ieder geval is onze vordering voornamelijk gericht tegen Infrabel en de NMBS, die voor dit ongeval een minstens even grote, zo niet grotere verantwoordelijkheid dragen.”
Parket-generaal biedt slachtoffers verontschuldigingen aan
Op het proces heeft Catherine Ramaekers, de magistrate van het parket-generaal, haar verontschuldigingen aangeboden aan de slachtoffers van de ramp. Verontschuldigingen voor het feit dat het onderzoek zo lang heeft aangesleept en voor het feit dat de slachtoffers zich daardoor vergeten en geminacht gevoeld hebben.
De magistrate startte haar requisitoir met het opnoemen van alle dodelijke slachtoffers die bij de treinramp gevallen waren en zei dat haar gedachten naar die mensen uitgingen. “Helaas heeft zich voor de overlevenden bij de pijn van de ramp een tweede pijn gevoegd, die van de tijd die voorbijging”, zei substituut-procureur-generaal Ramaekers. “Het heeft heel lang geduurd voor het tot een proces kwam en ik begrijp dat de slachtoffers zich daardoor niet gehoord, genegeerd en zelfs geminacht gevoeld hebben. Ik kan hen verzekeren dat zulks niet het geval was, dat we ons best gedaan hebben om hen op te vangen, en ik vind het spijtig dat dit zo gelopen is. Maar ik heb begrip voor hun gevoelens en ik bied mijn excuses aan voor de pijn die dit bij hen heeft veroorzaakt.”
Met de medewerking van