De negen erkende Voedselbanken in ons land leverden tijdens de eerste helft van dit jaar via de 623 lokale verenigingen die bij hen aangesloten zijn al voeding aan 170.000 mensen. Dat is 6,6 procent meer ten opzichte van eind 2018.
Vooral in de provincies Antwerpen en Luik stijgt de vraag spectaculair, stelt de Belgische Federatie van Voedselbanken. 'Armoede is geen louter stedelijk fenomeen meer', zegt gedelegeerd bestuurder Jef Mottar. 'Tot in de Kempen begint men de problematiek te voelen.' Voedselbanken ontvangen voedseloverschotten van retailers, veilingen en inzamelingen en slaan ze op om vervolgens gratis te laten verdelen door lokale armoedeorganisaties. Ze ontvangen daarnaast ook levensmiddelen van het Fonds voor Europese hulp aan de meest behoeftigen.
'Met overschotten alleen kan je immers niet zorgen voor een evenwichtig voedingspatroon', zegt Mottar. Om het belang van dat laatste extra in de verf te zetten, stelde de federatie vorig jaar voedingsdeskundige Sandra Bekkari aan als ambassadeur. Bekkari kwam vandaag in de Antwerpse Voedselbank in Mortsel trouwens een handje toesteken om mee aandacht te vragen voor de situatie van de Voedselbanken. 'In de provincie Antwerpen is het aantal mensen dat indirect een beroep doet op de Voedselbank dit jaar gestegen met wel 30 procent', stelt Mottar. 'We moeten dus meer voedsel verdelen en dat brengt meer logistieke kosten mee. Maar net nu dreigen onze middelen fors af te nemen door de geplande hervorming van het Europese fonds dat ons ondersteunt. Europa wil meer inzetten op het voorkomen van armoede, maar wij stellen intussen wel vast dat de nood aan voedselbedeling stijgt. Bovendien is voedselbedeling een laagdrempelige manier voor onze organisaties om in contact te komen met mensen in armoede en hen van daaruit verder te begeleiden.'